Vorige week kregen de Schelde en haar zijrivieren te kampen met het eerste stormtij van 2017. Volgens de weersvoorspellingen ook het gevaarlijkste in jaren: gelet op de combinatie van springtij, een winderige storm op de Noordzee en regen- en sneeuwbuien. De verwachte impact bleef dan wel uit, dankzij een dertien gecontroleerde overstromingsgebieden van het Sigmaplan hield Vlaanderen de voeten droog. De gebieden vingen hoge vloedgolven op, waardoor het risico op watersnood fors afnam.

In de nacht van woensdag op donderdag bufferde het pas afgewerkte gecontroleerde overstromingsgebied Zennegat in Battel (Mechelen) voor het eerst het hoge water van de Dijle.

Naast het Zennegat traden tussen 12 en 14 januari twaalf van de zestien bestaande gecontroleerde overstromingsgebieden in werking: Tielrodebroek (Temse), Groot Schoor en Lippenbroek (Hamme), Uiterdijk (Dendermonde), Scheldebroek (Zele/Berlare), Potpolder I (Waasmunster), Bergenmeersen en Paardeweide (Wichelen en Berlare), Bovenzanden (Heindonk), Anderstadt I en II en de Polder van Lier (Lier). Het zwaartepunt van het stormtij was aangekondigd voor vrijdagnamiddag, maar uiteindelijk kwam het water een stuk minder hoog dan verwacht. Een gevaarlijk windveld werkte gelukkig pas tijdens laagwater in op de waterstanden. Dat veroorzaakte wel hoge laagwaterstanden, maar overstromingsgevaar bleef uit.

Het zwaartepunt van het stormtij was voor vrijdagnamiddag aangekondigd, maar uiteindelijk kwam het water een stuk minder hoog dan verwacht. Een gevaarlijk windveld verschoof in de tijd en werkte uiteindelijk pas op de waterstanden in tijdens laagwater. De watermassa die de Schelde, de Nete en de Dijle in de overstromingsgebieden kwijt konden, zorgde stroomopwaarts niet langer voor dreiging.

In tegenstelling tot wat was aangekondigd, liepen de Polders van Kruibeke, met 600 hectare het grootste gecontroleerde overstromingsgebied van Vlaanderen, niet onder, omdat het water er lokaal net niet hoog genoeg kwam.

Hier vind je luchtbeelden van het volgelopen Zennegat.