De klimaatverandering is brandend actueel. Met het Sigmaplan werkt Vlaanderen aan een buffer tegen zware stormen, langdurige droogte en de stijgende zeespiegel. Langs de Schelde en haar zijrivieren bieden gecontroleerde overstromingsgebieden en ontpolderingen het water meer ruimte. Waardevolle riviernatuur is de bondgenoot bij uitstek in de strijd tegen de gevolgen van de klimaatverandering.

Hoewel het onzeker is hoe sterk de klimaatverandering zich de komende jaren zal doorzetten, zijn enkele tendensen duidelijk zichtbaar. Sinds 1927 is de zeespiegel in Oostende zo’n 20 centimeter gestegen. Betrouwbare klimaatmodellen voorspellen een verdere stijging van 20 tot 80 centimeter tegen 2100. Zware stormen zullen in de toekomst vaker voorkomen, en ook periodes van langdurige droogte en watertekort behoren tot de verwachtingen. Een goed waterbeheer is dan ook cruciaal om zowel wateroverlast als watertekort te voorkomen.

Voorzien en voorkomen

Het Sigmaplan levert een belangrijke bijdrage aan de manier waarop we ons aanpassen aan het veranderende klimaat. “De afgelopen eeuwen hebben we de Schelde in een strak keurslijf gestopt door de oevers recht te trekken en aangrenzende gebieden in te polderen. Daardoor heeft de rivier nu minder ruimte om te overstromen en is het risico op wateroverlast groter geworden”, zegt Wim Dauwe van De Vlaamse Waterweg nv. “Door de klimaatverandering neemt het overstromingsrisico nog toe, want de stijging van de zeespiegel kan de gevolgen van stormtij versterken. De vloedgolf die dan landinwaarts wordt geblazen door de wind, brengt het water extra hoog. Door gecontroleerde overstromingsgebieden aan te leggen en land te ontpolderen geeft het Sigmaplan de Schelde en haar zijrivieren opnieuw meer ruimte om te stromen.”

“Klimaatverandering voelen we het hardst door water”

Nederlands watergezant Henk Ovink: “Klimaatverandering voelen we wereldwijd het hardst door water: te veel en te weinig in steeds extremere vormen. En dat vraagt om een grondige heroriëntatie. Niet langer een gefragmenteerde en reactieve aanpak, maar toekomstgericht, integraal en inclusief. Klimaatverandering is het vergrootglas op al onze kwetsbaarheden: economisch, cultureel, ecologisch en sociaal.

De samenhang tussen al die uitdagingen vinden we wereldwijd terug in onze delta’s, waar de economische en stedelijke ontwikkeling ingrijpt en concurreert met de biodiversiteit en klimaatkwetsbaarheid.

Het Sigmaplan – de aanpak, het proces én de projecten – zet volop in op een toekomstgerichte integrale en inclusieve aanpak op de schaal van het systeem van de delta. Krachtige, robuuste en veerkrachtige projecten die vele waarden toevoegen voor natuur, mens, economie en cultuur. Inspirerende projecten ook die tot de verbeelding spreken, die verrassen en verbazen. Het Sigmaplan laat zien dat oplossingen vanuit deze aanpak werkelijk kunnen verbinden, risico’s managen en waarde toevoegen.”

Working with nature

Het Sigmaplan verlaagt niet alleen het risico op wateroverlast, het zorgt ook voor waardevolle riviernatuur. In gecontroleerde overstromingsgebieden met gereduceerd getij en ontpolderingen, waar elke dag water in- en uitstroomt, ontstaat typische getijdennatuur met slikken en schorren. De vele bodemdiertjes in die slikken, zoals wormen en kreeftjes, trekken zeldzame vogels aan. En natte natuurgebieden (wetlands) kunnen uitgroeien tot rietlanden, elzenbroekbossen en bloemrijke hooi- en graslanden. Samen dragen de Sigmagebieden bij tot het behalen van de Europese natuurdoelen.

“Verder vinden ook vogelsoorten zoals de tureluur steeds vaker een broedplaats in de Sigmagebieden. Het aantal broedvogels neemt er elk jaar opnieuw toe. Zo helpen de gebieden van het Sigmaplan om de Natura 2000-doelen voor leefgebieden en broedvogels te behalen.”

“De combinatie van waterveiligheid en meer natuur is een win-winsituatie”, stelt Lieven Nachtergale van Natuur en Bos. “De nieuwe Sigmagebieden helpen ons om beter om te gaan met de gevolgen van de klimaatverandering. We staan daarbij voor een dubbele uitdaging: we moeten het water tijdig kunnen bergen en vertraagd afvoeren bij wateroverlast, maar we moeten het ook kunnen vasthouden in droge periodes. Wetlands zijn op dat vlak een enorme troef. Ze werken als een spons: in natte periodes houden ze het water vast, en bij droogte geven ze het water vertraagd weer af.”

“In een aantal projectgebieden, zoals de Demervallei en de vallei van de Grote Nete, zorgen we voor een hoger rivierpeil en bijgevolg ook een hoger grondwaterpeil. Dat biedt niet alleen voordelen voor de waterhuishouding, maar zorgt er ook voor dat de biodiversiteit toeneemt: er verdwijnen immers zeldzame soorten louter en alleen als gevolg van verdroging.”

Via deze vistrap vinden vissen de weg van de Schelde naar het gecontroleerd overstromingsgebied Paardeweide (Cluster Kalkense Meersen).

Geïntegreerde aanpak

“De Vlaamse overheid beseft steeds meer dat watergebonden infrastructuurprojecten een rechtstreekse link hebben met de klimaatverandering. Een geïntegreerde aanpak met oog voor waterveiligheid, natuur en draagvlak, zoals we in het Sigmaplan nastreven, is de beste optie om zoveel mogelijk doelstellingen te realiseren”, aldus Nachtergale.

Dat die aanpak werkt, is alvast duidelijk in de Cluster Kalkense Meersen, waar innovatieve maatregelen de kans op overstromingen verkleinen en tegelijk de natuur een duwtje in de rug geven. De vernieuwende aanpak leverde de Cluster Kalkense Meersen – en bij uitbreiding het hele Sigmaplan – in 2018 de derde plaats op in de internationale Working with Nature-wedstrijd van PIANC, een organisatie die zich bezighoudt met duurzame oplossingen voor havens en vaarwegen. 

Natte natuur versterkt het ecosysteem van de Schelde

De getijdengebieden van het Sigmaplan geven het ecosysteem van de Schelde een boost. Dat blijkt uit monitoringresultaten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), dat de toestand van de Sigmagebieden opvolgt.

De recentste monitoringresultaten van het INBO tonen aan dat het bodemleven en het visbestand in de Schelde zich over het algemeen gunstig ontwikkelen. Sinds 2012 stijgt het aantal vissoorten dat jaarlijks gevangen – en weer vrijgelaten – wordt. De aanwezigheid van sleutelsoorten zoals fint, paling, haring en zeebaars bewijst dat het Schelde-estuarium dient als kraamkamer of opgroeigebied. Vooral de gereduceerde getijdengebieden van het Sigmaplan scoren goed.

Opsteker voor broedvogels

Naarmate meer Sigmagebieden worden ingericht, neemt hun belang ook toe voor vogels. Het aantal watervogels dat in de projectgebieden overwintert, steeg sterk in de voorbije jaren. “Onder meer de wintertaling, de smient en de krakeend hebben het er naar hun zin. In de winter van 2017 werden er in de Sigmagebieden meer dan 2.500 smienten geteld. Dat komt door de natuur die er ontwikkeld wordt”, zegt onderzoeker Wim Mertens van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.

Smienten komen overwinteren in de Sigmagebieden. © Hugo Willocx

Verder lezen? Duik in het Sigmagazine!

Foto boven: © Y. Adams (Vilda)