Het startschot voor de inrichting van het projectgebied Wal-Zwijn is gelost. In het zuidwesten van het deelgebied Grote Wal wordt een bekken ingericht waar volgend jaar zand kan worden opgespoten. Dat zand zal dienen als bouwstof voor de ringdijk.

Als een krachtige vloedgolf de Schelde binnenrolt, moet de rivier op korte tijd een grote hoeveelheid water kunnen bergen. Overstromingsgebieden zoals Wal-Zwijn vangen dat water op. Het water stroomt het overstromingsgebied binnen en kan pas terug naar de rivier als het water daar voldoende gedaald is. De Schelde krijgt dus extra overstromingsruimte, maar binnen de contouren van het overstromingsgebied.

De ringdijk zorgt ervoor dat het water, dat in de toekomst door het overstromingsgebied wordt opgevangen, niet naar het achterland kan stromen. Door de bouwstof voor de dijkwerken zoveel mogelijk over het water aan te voeren, beperkt W&Z ook in de toekomst de hinder van de werken voor de omgeving tot een minimum. De voorbereidende werken voor het zandbekken zullen nog dit jaar klaar zijn.

Gecontroleerd overstromingsgebied én ontpoldering
De aanleg van de zandopslag is de eerste stap van de inrichting van het projectgebied Wal-Zwijn. De deelgebieden Grote Wal, Kleine Wal en Zwijn worden samen één gecontroleerd overstromingsgebied. Dat treedt alleen bij extreem hoge waterstanden in werking (één à twee keer per jaar). De rest van het jaar zal de natuur zich kunnen ontwikkelen. Hier vind je straks een wetland met rietlanden, natte ruige natuur afgewisseld met moerasbos en open water.
Het Groot Schoor, het deelgebied dat grenst aan de Schelde, wordt ontpolderd. De ontpoldering geeft de Schelde meer ruimte en haalt de druk van de ketel op de rivier. Zo komt de polder opnieuw onder invloed van het getij. Daardoor ontstaat er na verloop van tijd unieke getijdennatuur met zoetwaterslikken en -schorren.


Meer info over het projectgebied Wal-Zwijn vind je hier.