Aanleg van drempels

Drempels in de bedding van de rivier (‘verondieping’) verhogen het waterpeil tijdens droge perioden. De meanders die we opnieuw op de Demer laten aansluiten, hebben een hoger bodemniveau dan de Demer. Door ter hoogte van de meanders in de rivier kleine drempels te leggen, kan het water terug door deze meanders stromen. Bovendien verhogen we niet alleen het Demerpeil, maar ook het grondwaterniveau. Met die vernatting krijgt de natte natuur in de vallei weer alle kansen.

De drempels verhogen het risico op een overstroming niet, omdat het rivierwater er bij hogere waterstanden gewoon overheen stroomt.

In normale omstandigheden stroomt het water dus door de meanders. Met alle voordelen van dien. Bij hoge waterstanden, stroomt het water zowel door de meander als over de drempels. De afvoercapaciteit wordt niet verminderd. Het ontwerp combineert dus het beste van twee werelden.

De drempels zijn een ingreep met een weldadig effect voor de natte bossen en graslanden langs de rivier. Vernatting werkt immers de biodiversiteit in de hand. Afhankelijk van de ondergrond zullen heel diverse wetlands ontstaan, variërend van open rietmoeras tot bloemrijke hooilanden.

Hier zie je waar we precies drempels zullen leggen in de rivier.